M&O Groep

 
 

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
  
26 September 2013
In het kader van passend onderwijs wordt verwacht dat iedere individuele school in beeld brengt welke ondersteuning zij zelf kan bieden aan leerlingen.
De ondersteuningsprofielen bo, vo en sbo/(v)so

Om profielen van scholen en voorzieningen te bepalen kunt u gebruik maken van onze audits. Als resultaat hebt u zicht op de individuele scholen en voorzieningen, en op de dekking van het netwerk in uw regio. Audits worden uitgevoerd door daarvoor opgeleide onderwijsdeskundigen, die veel kennis en ervaring hebben op het gebied van onderwijsondersteuning, onderwijsconcepten en de onderwijspraktijk.

Een audit bestaat uit drie stappen, die worden uitgevoerd in één dag:

  • Een interview met enkele sleutelfiguren, waaronder ouders.
  • Drie of vier observaties in groepen of klassen.
  • Een gesprek met (een representatie van) het team.

 
Audits hebben de volgende kenmerken:

  • Er is sprake van onafhankelijke informatieverzameling.
  • De audits leveren een eenduidig overzicht op van (de samenhang tussen) onderwijs ondersteuningsvoorzieningen.
  • De relatie tussen vraag en aanbod in de onderwijsondersteuning wordt duidelijk.


Met deze kenmerken onderscheidt de audit zich van instrumenten die vooral uitgaan van door de scholen zelf geleverde informatie, van instrumenten die leerlingenprofielen ordenen of categoriseren en van tevredenheidsonderzoeken.

De audit beoordeelt scholen niet in de zin van zwak, sterk, goed of slecht, maar geeft een objectief beeld van de manier waarop de school omgaat met verschillen tussen leerlingen, en van de voorzieningen op de vijf velden. Hierdoor worden grenzen en groeimogelijkheden duidelijk. Het is aan de school, het bestuur of de samenwerkende partners om op basis van de audit wensen en ambities uit te spreken. Op grond van de audits kan een basisprofiel afgesproken worden.

Net zoals bij de indicatiesystematiek is de kern van de audit dat vraag en aanbod naast elkaar worden gelegd. Het scharnierpunt tussen de schoolprofielen (op schoolniveau) en de indicatiestelling (op leerlingniveau) wordt gevormd door de vijf velden.

De vraag wordt gevormd door de onderwijsbehoeften van de leerlingen uit het voedingsgebied of de doelgroep van de onderwijsvoorziening die onderwerp is van de audit. Het aanbod wordt bepaald door de beschikbaarheid van  voorzieningen op de vijf velden, ingezet op basis van een onderwijsconcept dat meer of minder ruimte biedt aan diversiteit tussen leerlingen.

De rapportage van de audit bestaat in elk geval uit de volgende onderdelen:

  • een rapport per school(afdeling) of andere
  • onderwijsondersteuningsvoorziening over de onderwijsondersteuning;
  • een rapport waarin de onderwijsondersteuning van alle betrokken scholen (en andere onderwijsondersteuningsvoorzieningen) in samenhang is gebracht

De profilering in de rapportage volgt een eigen indeling voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het sbo en (v)so.

Indien gewenst kunnen extra aandachtspunten in de audits worden meegenomen.

Interesse? U kunt contact opnemen met Irma Miedema en Alfons Timmerhuis.