M&O Groep

 
 

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
  
26 September 2013
In het kader van passend onderwijs wordt verwacht dat iedere individuele school in beeld brengt welke ondersteuning zij zelf kan bieden aan leerlingen.
Implementatie van passend onderwijs in het MBO
Beschrijving

M&O-groep heeft de opdracht gekregen het MBO ondersteuning te bieden bij de implementatie van passend onderwijs.
Passend onderwijs wordt in het middelbaar beroepsonderwijs anders vormgegeven dan in het primair en voortgezet onderwijs. Het MBO kent geen speciaal onderwijs en kent vanwege de schaalgrootte ook geen samenwerkingsverbanden.
Het MBO heeft echter net als het VO en PO verplichtingen waar het gaat om de ondersteuning van studenten met een begeleidingsvraag.

De wijze waarop dit gerealiseerd wordt zal de komende jaren ingrijpend veranderen omdat het geoormerkte LGF-budget zal opgaan in de lump-sum. Het MBO staat voor de taak om de begeleiding van de herkenbare student met LGF te integreren in de brede begeleiding voor alle studenten. De uitdaging hierbij, schuilt erin om deze verandering te gebruiken als een stimulans, als een stap op weg naar verdere kwaliteitsverbetering. Dat is van belang omdat er in toenemende mate eisen worden gesteld aan de kwaliteit van de begeleiding in het MBO.

De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat in veel gevallen persoonlijke en maatschappelijke problematiek een rol spelen in het voortijdig afbreken van de opleiding. In haar recente onderzoek naar de kwetsbare student is de Inspectie positief over de toegenomen investeringen in de psychosociale begeleiding. Tegelijk vraagt men aandacht voor een aantal specifieke verbeterpunten zoals de verbinding tussen intake en begeleiding en de effecten van begeleiding op de leerresultaten. Bovendien wordt aandacht gevraagd voor de begeleidingsactiviteiten die zich richten op het gebied van de primaire leerstoornissen (zoals dyslexie, dyscalculie).

De minister onderschrijft deze verbeterpunten in haar brief aan de kamer van 28 november 2011. De groeiende aandacht voor het persoonlijk functioneren van de student moet wel resulteren in betere resultaten, zowel in het onderwijs als in de BPV. Er moet aandacht komen voor de interactie tussen docent/loopbaanbegeleider en student, want daar is winst te behalen. Om dit te bereiken zal het mbo moeten groeien in het bieden van maatwerk aan haar brede en gevarieerde klantenpopulatie. Voor de meeste studenten volstaat goed onderwijs van docenten die aandacht en interesse hebben voor hun vorderingen en welbevinden. Een beperkte groep vraagt daarnaast extra begeleiding die geboden kan worden binnen het onderwijs en in voorkomende gevallen daarbuiten. Een kleine groep tenslotte, zal speciale trajecten nodig hebben die hen helpen om een startkwalificatie te behalen of die hen voorbereiden op de arbeidsmarkt.

Het is van belang dat MBO-instellingen een samenhangend onderwijs- en begeleidingsaanbod ontwikkelen voor alle (potentiële) studenten. Niet een apart beleid voor overbelaste, voor gedragsproblematische en voor gehandicapte studenten, maar een flexibel aanbod dat aansluit bij een grote variëteit aan (soms overlappende) begeleidingsvragen. Daar schuilt echter wel een risico in. Met het verdwijnen van de geoormerkte financiering zijn de individuele rechten niet meer gegarandeerd. Om die reden wordt soms gekozen voor het veilig stellen van het LGF budget. Hierin schuilt echter het risico dat de noodzakelijke integratie met daaraan verbonden de brede discussie over alle vormen van begeleiding, onvoldoende van de grond komt. De kwaliteitsimpuls die de verandering van de LGF kan betekenen dreigt dan ondergesneeuwd te raken.

Wanneer gekozen wordt voor de brede aanpak dienen zich vele aandachtspunten aan. Recent is ten behoeve van de kenniskringen ‘zorg in en om het MBO’ een inventarisatie gemaakt van onderwerpen die daarbij van belang zijn. Het gaat hierbij zowel om de begeleiding die binnen het onderwijs geboden wordt als om de begeleiding die tijdens de BPV aan de orde is.