M&O Groep

 
 

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
  
26 September 2013
In het kader van passend onderwijs wordt verwacht dat iedere individuele school in beeld brengt welke ondersteuning zij zelf kan bieden aan leerlingen.
IVO indicatiestelling

IVO indicatiestelling is een instrument  waarmee aan een individuele leerling de passende onderwijsondersteuning kan worden toegekend.

De kern van IVO indicatiestelling is de match tussen de onderwijsbehoefte van de leerling (de vraag) en de onderwijsondersteuningsvoorziening (het aanbod). De school stelt de onderwijsbehoefte van de leerling vast. Daarbij kan van alles relevant zijn: van het feit dat de leerling dol is op dieren tot een diagnose volgens de DSM-V standaard. Het kan ook zijn dat die wetenswaardigheden en informatie wel kloppen, maar voor het onderwijs aan de leerling niet relevant zijn. Het is belangrijk dat de school – eventueel met ondersteuning – alle informatie die relevant is vertaalt naar de onderwijsbehoefte van de leerling. Ouders zijn belangrijke partners bij het verzamelen en analyseren van alle informatie. Hen wordt gevraagd om voor de indicatiecommissie hun mening over passend onderwijs voor hun kind op papier te zetten. Natuurlijk wordt ook aan de leerling zelf gevraagd wat hij of zij nodig heeft om te kunnen leren. Als de leerling (nog) niet kan schrijven, gebeurt dit in een gesprek met een schoolmedewerker, die de antwoorden van de leerling op papier zet.

Als er sprake is van een mismatch tussen de onderwijsbehoefte van de leerling en het geboden onderwijs, wordt dat zichtbaar in signalen, zoals een verslechterende werkhouding of afnemend welbevinden van de leerling, slechtere resultaten dan verwacht of handelingsverlegenheid van de docenten of de leerkracht. Het is dan zaak zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de aard van de mismatch. Waaruit komen deze problemen precies voort? Wat is het dat de leerling nodig heeft maar niet aangeboden krijgt? Kenmerkend voor IVO is dat de signalen op zichzelf geen reden zijn voor verwijzing of toewijzing (of afstroom). Eerst moet er zo snel mogelijk duidelijkheid komen over de vraag wat er nodig is om wél te voldoen aan de behoefte van de leerling. Pas dan weten we welke voorzieningen mogelijk passend kunnen zijn.

De indicatiecommissie heeft niet alleen duidelijkheid nodig over de onderwijsbehoefte van de leerling, maar ook over het aanbod van onderwijs ondersteuningsvoorzieningen. Die voorzieningen worden in de voorbereiding van de introductie van IVO-indicatiestelling eenmalig beschreven. Periodiek, bijvoorbeeld elke twee jaar, wordt nagegaan of de beschrijving moet worden bijgesteld. Zowel de onderwijsbehoefte als de onderwijs ondersteuningsvoorzieningen worden weergegeven door de behoefte dan wel de beschikbaarheid op de vijf velden.

Ter voorbereiding van de invoering van IVO-indicatiestelling maken de samenwerkende partners afspraken over de profielen van de reguliere scholen, en over de profielen van alle aanvullende voorzieningen van onderwijsondersteuning (waaronder sbo en (v)so). Dan is duidelijk welke voorziening waar in het netwerk van samenwerkende partners belegd is. De indicatiecommissie kan bestaan uit drie medewerkers van de reguliere scholen, voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. Eventueel kan een directeur of medewerker van een aanvullende voorziening deelnemen. Van belang is dat het zwaartepunt binnen de commissie ligt bij de inbreng vanuit de reguliere scholen. De voorzitter heeft geen stemrecht. Hij of zij draagt zorg voor een correcte uitvoering van de opdracht van de commissie. Het is belangrijk dat de commissie bestaat uit ‘eigen mensen’ van de samenwerkende partners. Wetende dat zij middelen toekennen vanuit hun gezamenlijke, beperkte budget, zullen de commissieleden streng maar rechtvaardig hun werk doen. Streng, omdat het om eigen, beperkte middelen gaat. Rechtvaardig, omdat zij, ook wanneer vanuit de eigen school een aanvraag wordt gedaan, een solidaire en voldoende toewijzing verwachten. Hiermee werkt IVO als een systeem van gecontroleerd vertrouwen.

Er zijn voor de IVO-indicatiestelling procedurebeschrijvingen, opdrachtbeschrijvingen, formulieren om de onderwijsbehoefte op in te vullen en nog veel meer hulpmiddelen beschikbaar De keuze voor IVO als indicatiesysteem betekent dat wordt gekozen voor een aanpak die uitgaat van de onderwijsbehoefte van een leerling op de vijf velden. Het is een keuze voor een instrument dat de scholen zelf in handen hebben. En met IVO kiest u voor een instrument dat mogelijke nieuwe vormen van onderwijsondersteuningsvoorzieningen direct kan koppelen aan de (school van de) leerling en zijn of haar  onderwijsbehoefte.

Interesse? U kunt contact opnemen met Irma Miedema en Alfons Timmerhuis.