In de afgelopen jaren zijn door de PO-raad trajecten opgezet omtrent ‘Opbrengstgericht leiderschap’. Veel van de deelnemende scholen laten een mooie ontwikkeling zien en de eerste resultaten wijzen op een verbetering van opbrengsten voor deze scholen. 

Deelnemende schoolleiders lijken globaal gezien soortgelijke stappen door te maken in hun ontwikkeling:
stap 1 het verkrijgen van goed zicht op opbrengsten; stap 2 het organiseren van een verbetertraject waarin de opbrengsten centraal komen te staan en stap 3 het organiseren van vormen van teamleren die het verbetertraject verstevigen.

Toch blijven een aantal scholen in het analyseren van opbrengsten steken. Tussen stap 1 en 2 wordt een belangrijke stap regelmatig overgeslagen of te minimaal uitgevoerd. De opbrengsten worden vaak wel geanalyseerd, maar nog niet zo vaak in het licht van het handelen van de leerkracht. De vraag die in het voortraject van een verbetertraject dient te worden gesteld is: ’Hoe heeft ons handelen bijgedragen aan deze resultaten van dit vakgebied?’ De opbrengsten worden voor leerkrachten pas betekenisvol als zij in het primaire proces de opbrengsten van hun leerlingen uit het LVS gaan koppelen aan het eigen handelen en aan de methodegebonden toetsen. Het is van belang leerkrachten reflectieopdrachten te geven, om zich te verbinden met de resultaten van hun lesgeven. Als deze stap regelmatig wordt nagelaten - omdat het volgende blok in de methode er aankomt - dan worden opbrengsten gezien als ‘de prestaties van deze groep kinderen’ terwijl de leerkracht zou moeten ervaren; ‘dit zijn mijn prestaties met deze groep kinderen’. Als leerkachten zich laten verbinden aan opbrengsten en deze betekenisvol maken, krijgt opbrengstgericht leiderschap een sterker effect. 

In de brochure ‘Werken met succesmaten’ worden handvatten om deze stappen uit te voeren, toegelicht. Is uw interesse gewekt, neem dan contact op met Kees-Jan Overdevest, mede-auteur van deze brochure.